zondag 20 november 2022

Ronde 11 en De Pionier 1-Dordrecht 2

De tweede ronde van de nieuwe competitie en het eerste team mocht nu de andere kant van de medaille bekijken. Het team had, wegens ziekte, één invaller nodig en die deed meer dan zijn plicht! Voor de interne competitie werd ook weer een aantal partijen gespeeld en daarbij vielen toch ook weer de nodige verrassingen te noteren.

Bij de externe wedstrijd ging het in eerste instantie zoals het eigenlijk ook wel hoort - gelijk op. Maar bij een eerste rondgang langs de borden bleek de tegenstander van Ernst Jan Pluim Mentz aan bord 1 het al een beetje moeilijk te krijgen. Ernst Jan had namelijk een aanval op weten te zetten langs de open geraakte c-lijn en had daar zijn beide torens op weten te plaatsen, de voorste op c2. Daarmee bleek hij stukwinst te kunnen pakken. Als dat stuk weggehaald zou worden dreigde er namelijk mat. Dit bleek allemaal zo verontrustend voor de tegenstander dat deze enkele zetten later opgaf (1-0). Dit voor De Pionier 1 mooie eerste resultaat bleek een poosje later aan bord 4 navolging te krijgen want daar had Jan van Huizen een batterij op de diagonaal b1-h7 op weten te zetten, de dame voorop, dus in principe een matdreiging. Dat werd nog eens benadrukt door het opspelen van zijn g- en h-pionnen, hoewel hij kort had gerocheerd. Zijn koning stond dus ook niet direct veilig. Zijn tegenstander leek een aanhanger te zijn van snel spel, Jan had al zo'n beetje het dubbele aan bedenktijd verbruikt. De verdediging tegen genoemde batterij was eigenlijk alleen de dame op g7. Werd deze aanval eigenlijk een beetje onderschat? Feit is wel, dat een zwarte toren oprukte naar f5 om te helpen op de g-lijn, die ook onder druk kwam te staan. Er werd door Jan geslagen op h5 en dit werd beantwoord met gxh4+. Nu speelde Jan zijn koning naar h3 om veld g1 (waar de monarch eerst had gestaan) vrij te maken voor een toren. Er zal gedacht zijn "dat kan ik opvangen met mijn toren" maar dat bleek onterecht. Na afruil van deze torens verscheen namelijk de andere witte toren op g1 (gedekt door Jan's loper op f2) en nu zag de Dordtenaar het niet meer zitten en gaf op (2-0). De Pioniermachine denderde nog even door want aan bord 2 greep Jaap Santifort ook zijn kans. Jaap had een tegenstander met zo'n 100 ratingpunten meer en Jaap speelde een goede, voorzichtige partij. Het was moeilijk om een stevig oordeel te vellen over de door beiden bereikte stelling, beiden vonden het ook moeilijk om er een voordeel uit te halen. Zoals dan wel eens wil gebeuren werd er remise aangeboden en ook geaccepteerd (2½-½). Nu echter kwam ook de Dordtse machine op gang, als eerste aan bord 3 bij Jan van Dam. Hij had de - op papier - sterkste tegenstander en grapte daarover na afloop: "Dat doe je gewoon als teamleider!" Langere tijd leek het redelijk goed in evenwicht, er werd echter een stuk geslagen waar Jan geen goed antwoord meer op wist te vinden. Het enige antwoord was tenslotte opgave (2½-1½). Vanaf nu kwam het dus op de laatste vier borden neer.

Deze foto werd genomen door Jaap, er was dus al het nodige gebeurd. Het kwam nu op de laatste vier borden neer. Wat er hierna gebeurde kwam in eerste instantie op het conto van invaller Thomas Ammerlaan, spelend aan bord 7. Net als zijn teamgenoten wist hij lange tijd de zaak gesloten te houden, totdat hij met beide torens op de centrale lijnen wist te verschijnen. Zijn tegenstander liet op een gegeven moment ook zijn koning meehelpen in een aanval. Maar de monarch werd door Thomas in het nauw gedreven. Vanaf dat moment ging het crescendo voor hem en wist hij de partij, onder voorzichtig applaus (lees: ongeloof) van z'n clubgenoten, naar zich toe te trekken. Dit betekende in de praktijk een mooi mat met een paard (3½-1½)! Nu werd het zo'n beetje tijd om (een) wedstrijdpunt(en) te scoren en de eerste, die daar een begin aan maakte was Rik Verheij aan bord 5. Ook hij speelde regelmatig een moeilijke en ook scherpe partij, waar niet al te veel groter verschil in werd bereikt. Hoewel, de dame van de tegenstander kwam het territorium van Rik wel binnen, dus moest er knap worden verdedigd. Dat bleek afdoende en toen Rik dan ook een remiseaanbod kreeg wilde hij dat meteen aannemen, ook met een blik op het grote scorebord en op de stelling aan bord 6 naast hem (4-2). Aan dat bord zat Fred van Wieringen, die zich ook beschikbaar had gesteld voor het geven van commentaar bij wat hij de hele avond zou zien. Maar dat ging eigenlijk vooral om wat er op bord 6 gebeurde, zo intensief was zijn partij. Hoewel, achteraf zag hij toch nog kans iets over alle partijen te zeggen, wat met veel plezier door dit verslag is verweven! Het was hem gelukt de meeste pionnen vast te leggen zodat zijn tegenstander nauwelijks nog speelruimte over had en dat betekende bijvoorbeeld dat diens overgebleven paard alleen maar rondjes kon draaien op globaal het bordgedeelte e8-e5-h5, terwijl de lopers van Fred redelijk de ruimte hadden. Fred had namelijk, zo'n beetje halverwege de partij, pion a5 weten te winnen en kreeg zodoende dus die ruimte voor zijn lopers. Daarmee dreigde Fred op zeker moment zelfs mat in één, die dreiging werd echter gezien. Voor de zekerheid speelde Fred nu zijn loper van de zwarte velden naar een veld waarvandaan zijn achterste pion op de koningsvleugel werd gedekt (voor de zekerheid, om de mogelijke offersprongen van het paard te ondervangen). Nu zou Fred's koning de andere loper kunnen gaan helpen om nog een pion buit te maken en dan een pion laten promoveren op de damevleugel. Maar de tegenstander had dit ook door, overdacht de mogelijkheden nog even en gaf toen op (5-2) en de winst was binnen! Zeker van te voren niet op gerekend!
Als laatste was nu Martijn van Dam nog bezig. Hij speelde een prima partij en leek goede kansen op minstens remise te hebben. Nadat veel van het materiaal van het bord was verdwenen bleven er aan beide kanten nog vijf pionnen en voor elk een toren over. Martijn had veel bedenktijd in de partij moeten steken en leek daardoor op tijd te gaan verliezen. Nu kwam echter zijn kracht naar voren en hij wist een zo goed als gewonnen stelling te krijgen. Hij verkeek zich echter op de mogelijkheden van zijn tegenstander op de koningsvleugel (mede misschien geïrriteerd door het rumoer, dat ontstond na de winst van Fred en zijn "constante" tijdnood), die hij tegen had kunnen gaan door zijn f-pion op te spelen. Nu kreeg zijn tegenstander tenslotte toch het punt waarvoor hij lange tijd had gevochten: 5-3. Het door wedstrijdleider Sheila de Jonge ingevulde wedstrijdformulier zag er nu als volgt uit:
Dan ook nog even kort de blik op de partijen uit de interne competitie. De top werd daar gevormd door de strijd tussen Dik van der Pluijm en Jacques Kokshoorn. Daarvoor moest Dik diep in zijn denktank duiken om voordeel te vinden, slaagde daar tenslotte toch wel in en kon daardoor de derde plek op de ranglijst voor zich opeisen. Hierna dan Bonne Faber tegen Michiel Landman en Michiel probeerde al snel een aanval op te zetten met het opspelen van zijn f-pion. Maar daarmee verzwakte hij de veiligheid van zijn koning toch wel. Nu werden lopers geruild en Bonne wist een aanval op touw te zetten waar Michiel blijkbaar niet het beste antwoord op wist te vinden. Bonne's dame ging naar c6 met de bedoeling druk op c7 uit te voeren. Daar maakte Michiel de grote fout zijn dame voor ruil aan te bieden om het gevaar te bezweren. Daarbij overzag hij echter dat zijn toren op a8 ongedekt kwam te staan en zo kon de witte dame flink huis gaan houden in de zwarte stelling. Michiel speelde nog wel even door maar toen er nog meer materiaal werd geruild en hij drie pionnen en een toren achter kwam te staan gaf hij op. De snelste partij van de avond was er tussen Maurits Leentvaar en Reinier van der Wende. Zelfs voordat iedereen eigenlijk serieus met z'n partij was begonnen had Reinier al opgegeven! Hij zal dan wel belangrijk materiaal zijn kwijtgeraakt. Daarna speelden ze overigens nog wel een partij. De uitslag daarvan is alleen hen beiden bekend. Kees Breen kreeg het aan de stok met Leo Stelloo en Kees bleek niet opgewassen tegen Leo. Verlies voor hem derhalve. Jan van Baardwijk wist een stuk van Wim Noordermeer te winnen. Maar het opvallendste bij hen was wel, dat Jan zo nu en dan de brillenkoker van Wim (die hij naast het bord had neergelegd) als klok dacht te gebruiken. Een zet werd dan gevolgd door een druk op die koker!? In eerste instantie leek Jan het zelf niet eens door te hebben wat hij aan het doen was. De laatste hier te bespreken partij ging tussen Ivan Jansen en Wilco Baartmans en - toch wel een beetje onverwacht - Ivan wist te winnen.
Door dit alles is er een nieuwe tussenstand gekomen.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten