zondag 17 maart 2019

De Pionier 2-Barendr./IJ.monde 4 en ronde 26

Vooral voor het Pionierteam een heel belangrijke wedstrijd. Bij winst zou een kampioenschap dichtbij komen, anders zou er in de laatste wedstrijd nog volop gevochten dienen te worden. De andere aanwezige Pioniers speelden hun eigen interne partij, probeerden echter ook nog een glimp op te vangen van wat er verder zoal aan de wedstrijdborden gebeurde.
Nog steeds moest vaste speler Wim van Schie zich helaas, wegens gezondheidsredenen, afmelden. Voor hem had teamleider Peter Derrez ditmaal, mede omdat het weer een thuiswedstrijd betrof, jeugdspeler Thijs van Dam eens een kans willen geven. Voor Thijs betekende dit wel het wennen aan het "lange" speeltempo. Normaal gesproken mag hij, als jeugdige speler, het rapidtempo van drie kwartier per partij spelen. Wist hij nu dan, met het "normale"tempo, zich als invaller te profileren? Daar waren wel enkele vraagtekens bij, Thijs echter logenstrafte dit idee heel snel aan bord 6! Al ver voordat de andere spelers goed en wel hun ideeën op het bord naar voren hadden weten te brengen had Thijs al een prachtige aanval op touw weten te zetten. Door het centrum wist hij zijn tegenstander te dwingen z'n rochade al snel op te geven en wist daarna met dame en paard diens koning mat te zetten. Hierdoor werd het voor de andere Pionierspelers toch wel iets makkelijker dankzij die 1-0 voorsprong.
Dat gaf teamleider Peter ook goede moed aan bord 4. Peter bouwde daar een mooie aanval op, waar zijn tegenstander geen direct antwoord op wist te vinden. Zijn enige antwoord bestond tenslotte in een opgave, waardoor de tussenstand een fraaie 2-0 gaf te zien.
Maar het zou niet allemaal even fraai blijven. Op een gegeven moment was de stem van Michiel Landman, spelend aan bord 3, te horen met de - voor zijn teammakkers - minder prettige opmerking "ik geef op". Zodoende dus een 2-1 tussenstand.
Gelukkig lieten zijn teamgenoten het er niet bij zitten, Martijn van Dam vond snel hierna het goede antwoord op de pogingen van zijn tegenstander en dwong deze tot opgave en dus werd de 3-1 tussenstand bereikt.
Aan bord 7 had Bonne Faber toch wel moeite met zijn lager gerate tegenstander en daardoor weinig gelegenheid tot het zinvol bekijken van de andere partijen. Hoewel, binnen tien zetten was er al de mogelijkheid tot het winnen van een pion in een theoretisch bekende stelling. Over het hoofd gezien door Bonne, waarna hij even later opnieuw pionwinst overzag. En weer kwam er een kans op voordeel, die niet werd gezien. Inmiddels had de tegenstander een gevaarlijk uitziende aanval op de koningsvleugel op touw gezet, waardoor Bonne zich gedwongen voelde zijn g-pion op te spelen. Door Bonne werd nu een paardoffer gepleegd, waardoor de witte dame in een moeilijk parket kwam. Maar ook nu miste Bonne de betere voortzetting, hoewel die wel wat moeilijker te vinden was. Het had alles te maken met op termijn mat achter de palen. Het was niet direct de avond van Bonne, ook nu miste hij de betere zet, wist echter wel een pion te winnen. Nu "bood" de Barendrecht-speler een loper aan, die door Bonne niet genomen durfde te worden wegens mogelijk (onmogelijk dus) mat. Hierdoor kon een mataanval worden opgebouwd, die echter nog gepareerd kon worden. Inmiddels was de Barendrechter wel in grote tijdnood gekomen, wat hem blijkbaar noodzaakte zijn mooie aanval af te breken, zelfs met een dameoffer. Dat was voor hem ook het einde van het verhaal, even later gaf hij, misschien enigszins gedesillusioneerd, op en daarmee had het Pionierteam tenminste al één wedstrijdpunt te pakken met de 4-1 tussenstand.
Het tweede wedstrijdpunt kwam vrij snel hierna toen de tegenstander van Sheila de Jonge, spelend aan bord 8, remise aanbood. Hij had een gevaarlijke aanval langs de a-lijn op weten te zetten, waar Sheila niet helemaal goed op reageerde. Ze had daarbij een soort van eeuwig schaak - en daarmee dus remise - kunnen krijgen, ging echter voor de winst. Maar dat bleek toch tegen te vallen en ze moest nog volop vechten voor het remiseaanbod, dat haar tegenstander tenslotte deed, daarmee geen rekening houdend met de actuele stand in de wedstrijd. Een 4½-1½ tussenstand dus.
Ook nu weer waren de beide eerste borden als laatsten bezig. Aan bord 2 was voorzitter Fred van Wieringen (vader van wedstrijdleider Alex) heel voorzichtig bezig, kreeg echter wel een leuke aanval door het centrum en langs de c-lijn op het bord. De koning van zijn tegenstander was inmiddels in een nauw parket geraakt op zijn eigen vleugel, waar Fred hem mooi mat wist te zetten, daarmee de tussenstand op 5½-1½ brengend.
Nu was nog alleen bord 1 bezig, met voor De Pionier 2 Reinier van der Wende aan het roer. Hier leek een remise een redelijk gevolg van het spel te zijn, met aan beide kanten een koning, een paard en nog vijf pionnen (drie op de koningsvleugel en twee op de damevleugel). Hierna verdwenen de pionnen op de damevleugel van het bord en meende de Barendrechter te kunnen winnen door zijn paard te offeren voor de f-pion van Reinier, in de mening, dat hij met één van zijn beide andere pionnen door zou kunnen lopen. Maar Reinier had het beter bekeken en kon die opmars tegenhouden met zijn paard. Ook deze partij tenslotte winst voor het Pionierteam. Hierdoor kon wedstrijdleider Alex het volgende wedstrijdformulier schrijven:

De Pionier 2 1490 - Barendr./IJ.monde 4 1263 6½-1½
1 Reinier van der Wende 1698 - Meindert de Neef 1414 1-0
2 Fred van Wieringen 1693 - Hans Kleinloog 1432 1-0
3 Michiel Landman 1527 - Herman Oomens 1375 0-1
4 Peter Derrez 1575 - Arjo van Dijk 1364 1-0
5 Martijn van Dam 1477 - Roel de Hoop 1255 1-0
6 Thijs van Dam 943 - Joost Mooijweer 1363 1-0
7 Bonne Faber 1563 - Stefan Wijnbelt 1140 1-0
8 Sheila de Jonge 1443 - Niek Bao 762 ½-½
Een flinke overwinning dus, gezien de cijfers, hoewel het hier en daar misschien toch een beetje geflatteerd genoemd zou mogen worden. Maar het grote plezier kwam twee dagen later, toen bleek, dat de enige concurrent voor het kampioenschap, CSV 3, hun wedstrijd tegen Spijkenisse 3 had verloren, daarmee De Pionier 2 al een ronde voor het einde kampioen te laten worden!
Voor de interne partijen speelde kampioenskandidaat Jan van Huizen tegen Rik Verheij. Beiden wisten een goede partij op hun bord te brengen en op een gegeven moment had het er alle schijn van dat het remise zou worden. Maar remise is niet direct één van de eerste woorden uit het woordenboek van Rik, dus werd er doorgespeeld. Nu echter maakte Rik "ergens" een foutje en raakte een pion achter. Misschien had hij de schade toch nog beperkt kunnen houden als hij met zijn toren (beiden hadden nog een toren en Jan had een vrijpion op de g-lijn gekregen) op de laatste rij zou zijn gebleven. Rik dacht echter beter vanaf de andere kant het gevaar te kunnen keren. Echter, de torens werden geruild en Jan wist nu zijn vrijpion tot dame te laten promoveren en daarmee de winst binnen te halen.
Opnieuw was er een oneven aantal spelers zodat één van hen het tegen alle anderen mocht opnemen. Daar werd Jan van Dam voor aangewezen en hij mocht, met zwart, proberen van "de anderen" te winnen. Misschien had hij daarbij het geluk dat er een wedstrijd bezig was en "de anderen" daardoor maar weinig aandacht hadden voor "de oneven speler" Jan van Dam. Maar dat viel, volgens eigen zeggen, toch nog wel mee en er werd nog best een interessante partij gespeeld, die Jan tenslotte wèl wist te winnen.
Ronald van Velzen speelde de laatste weken enkele mooie partijen en kreeg daardoor nu Jan van Baardwijk tegenover zich. Dat bleek net iets te hoog gegrepen voor Ronald, met als gevolg, dat hij de partij moest verliezen.
De oneven speler van vorige week, Wim Noordermeer, kreeg nu nieuweling André Dijkxhoorn als tegenstander. André was al een poosje geleden lid geworden, had echter weinig tijd weten te vinden om op de clubavond te komen. Het ware schakersbloed stroomt echter wel door zijn aderen en zo werd hij desondanks lid, met die restrictie, dat hij wel om 22.00 uur weg wilde. Daar reageerde de club uiteraard positief op en zo is hij de eerste senior geworden die met het jeugdtempo zijn partijen speelt. Tegen Wim werd er uiteindelijk tot remise besloten.
Opnieuw speelden de beide Fritsen op de ledenlijst tegen elkaar met Van der Veeke als witspeler en Wilschut dus als aanvoerder van de zwarten. Eerstgenoemde Frits wist daarbij tenslotte de partij naar zijn hand te zetten en een nieuw punt aan zijn totaal toe te voegen.
De laatste te bespreken partij van de avond wordt die tussen Kees Berkhout en Casper Verbeek. Kees heeft de laatste tijd een paar goede uitslagen weten te spelen en de verwachtingen waren nu dan ook wel positief. Maar daar had Casper geen boodschap aan en hij trok daarom de partij (met winst) naar zich toe.

De nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten