zondag 29 april 2018

Ronde 31

Niemand stonden nog externe beslommeringen te wachten voor dit seizoen, alle teams zijn eigenlijk op een tot tevredenheid stemmende plek geëindigd. Nu kan aan het interne gebeuren worden gewerkt, waarbij de eerste finalist voor de interne beker bekend raakte. Ook nog enkele leuke competitiepartijen.

De eerste halve finalist in de interne beker, die naar de finale zou gaan, moest komen uit de partijen tussen Sheila de Jonge en Ad van der Ree. Normaliter zou je de uitslag wel van te voren kunnen invullen, door de nieuwe (bedenk)tijdverdeling dit seizoen zou dat toch best anders kunnen worden. Sheila kreeg namelijk zo ongeveer twee keer zoveel tijd ter beschikking. Die tijd ging ze gebruiken om al haar zetten terdege te overwegen. Nadeel daarvan is dan weer wel dat je tegenstander ook in jouw tijd een aantal zaken kan overwegen. Eigenlijk gebeurde dat hier ook zodat Sheila op een gegeven moment al minder tijd over had dan Ad. Maar haar stelling was (helaas voor haar) niet beter en zo verloor ze de eerste partij. Ook in de tweede werd het van hetzelfde laken een pak en ook nu leek het pleit in haar nadeel te worden beslecht. Toen echter maakte Ad een kolossale blunder, hij werd schaak gezet en schoof er een pionnetje tussen om dat schaak op te heffen. Daarbij totaal over het hoofd ziend dat daardoor zijn dame kon worden geslagen door een loper van Sheila. Uiteraard gaf Ad meteen op toen Sheila z'n dame sloeg. Nu moest er dus gesnelschaakt worden om te beslissen, wie naar de finale zou gaan. Maar nu was er geen tijdsverschil meer en kon worden gezien, wie werkelijk de betere schaker is. Daar bleek Ad - zoals al verwacht - meer kaas van gegeten te hebben zodat hij zonder al te grote problemen de eerste finalist van dit seizoen werd.
Zou Jan van Huizen in de goede flow geraakt zijn na vorige week? Dat mocht hij nu laten zien tegen Michiel Landman. De partij ging lang redelijk gelijk op, hoewel Jan wel druk uitoefende op de koningspositie van Michiel langs de d-lijn. Daar stonden namelijk zijn beide torens op en Michiel kon niet anders dan verdedigen. Op een gegeven moment kon Jan daarbij een pion winnen maar moest dan wel één van die beide torens afruilen. Dat vond hij te weinig voor een pionnetje maar Michiel loste dat probleem voor hem op door daarbij een kwaliteit te geven toen Jan toch maar die pionwinst probeerde te realiseren. Om dan nu de partijwinst binnen te halen, daarvoor bleek de technische bagage van Jan ruim voldoende.
Bonne Faber mocht het nu eens een keer proberen tegen Ernst-Jan Pluim Mentz. Daarbij gaf hij de clubkampioen eigenlijk te veel aanknopingspunten voor zijn aanval. Toch lukte het om - met het verlies van één pionnetje - in een toreneindspel terecht te komen. Met daarnaast nog ongelijke lopers kan er dan een remisemogelijkheid in zitten maar Bonne wist die niet te vinden en moest even later toezien hoe Ernst-Jan een niet meer te stoppen aanval kreeg op de koningsvleugel en daar zijn stelling in puin kon gooien. Dat te zien was voldoende voor Bonne om op te geven.
Leo Stelloo bleek ontevreden dat hij Rik Verheij - die zijn vrije koningsdag alvast kwam vieren - als tegenstander kreeg. Desondanks zette Leo wel zijn beste beentje voor maar zelfs dat bleek onvoldoende om zelfs maar een halfje te scoren. Leo verloor namelijk op een gegeven moment een stuk en wist daar niet meer op een tot tevredenheid stemmende manier uit te komen.
Je zou eigenlijk verwachten, dat die vrije koningsdag voor een aantal reden kon zijn om een partij te komen spelen, dat bleek helaas nauwelijks het geval. Maar Peter Derrez maakte er wel gebruik van en mocht nu de degens kruisen met Ronald van Velzen. Daarbij kreeg Ronald hoe langer hoe meer druk op zijn koningsstelling te verwerken, hoewel hij die druk lange tijd redelijk wist te verwerken. Maar vaak is dat slechts uitstel van executie, zo ook hier voor Ronald. Op zeker moment raakte zijn materiaal overbelast door het moeten verdedigen van verschillende belangrijke punten. Dat bracht tenslotte het punt aan Peter.
Een vriendschappelijk potje werd het een beetje tussen Casper Verbeek en Frits Wilschut. Maar toch niet zo vriendschappelijk dat ze het punt gingen delen want daar stak Casper een stokje voor. Hij eigende zich namelijk dat punt toe.
Dan was er tenslotte nog de ontmoeting tussen Frits van der Veeke en Wim Noordermeer. Eerder deze week waren ze al samen naar Dordrecht geweest om daar een wedstrijdpunt te scoren voor het tweede viertal. Nu gingen ze elkaar dus aan de tand voelen en dat leek langzamerhand de kant van Frits uit te gaan. Maar Frits maakte daarbij de fout een geslagen stuk niet eerst terug te nemen maar de pion - voor de koning - op te spelen en zodoende een toren van Wim te verjagen. Maar Frits had overzien dat die toren die pion aan kon vallen met schaakdreiging. Na er lang over gedacht te hebben bleek Wim de variant wel gezien te hebben en die ook uit te voeren. Dat kostte Frits dus een stuk en wat later ook nog de partij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten