zaterdag 22 april 2017

Ronde 31

Al een beetje een voorbode van de komende tijd? Is men zich aan het voorbereiden op de meivakantie of waren de paaseieren nog niet op? Hoe dan ook, de opkomst was een fractie kleiner dan de laatste tijd gewend was. Maar toch werd een aantal leuke en interessante partijen gespeeld!

Om dan maar meteen met de deur in huis te vallen, Sheila de Jonge mocht proberen het Ernst-Jan Pluim Mentz zo moeilijk mogelijk te maken. Daar leek ze aardig in te slagen. Vooraf zou je verwachten, dat deze partij het eerste klaar zou zijn, verre van dat echter, Sheila moest pas in de allerlaatste fase erkennen dat er toch geen verrassing uit de bus ging komen. Maar ze kan terugzien op een mooi gevecht, dat eigenlijk in de laatste minuten van de bedenktijd beslist werd. De partij speelde zich voor een groot deel af op de koningsvleugel. Sheila had de korte rochade gehanteerd, terwijl de koning van Ernst-Jan zich in het centrum bleef bevinden. Dat wil wel eens een gevaarlijke kwestie worden maar die koning stond uiterst veilig op e7, terwijl z'n opponent spitsroeden moest lopen op de verre velden van de koningsvleugel. Sheila wist toch lange tijd het gevaar tegen te gaan, totdat ze op het eind achter de zwarte dame aan ging, wat tenslotte fout af ging lopen. Ze dacht er nog tussenuit te kunnen komen, toen echter stukverlies niet meer te voorkomen bleek liet ze de laatste seconden op haar klok wegtikken en verloor dus eigenlijk op tijd. Maar met opgeheven hoofd!
Rob van Wijgerden heeft de laatste ronden goede resultaten weten te bereiken en dat mocht hij deze ronde opnieuw bewijzen, tegen Jan van Huizen. Dat leek eerst redelijk te lukken met een dreiging door z'n dame via de diagonaal a2-g8. Daar was namelijk pion f7 verdwenen en Jan moest dit eerst oplossen met een toren op dat veld. Hierna echter kreeg Jan een dreigende aanval langs de f-lijn, waar hij tenslotte z'n dame had kunnen ruilen tegen twee torens. Maar volgens hem had dat een pion gekost, daar werd dus niet op in gegaan. Nu ontstond er op een gegeven moment een opeenhoping van het zware materiaal op de velden e- en f- één en twee. Helaas voor hem kwam Jan daar niet ongeschonden uit, het kostte hem een kwaliteit. Aangezien er al veel materiaal was verdwenen werd die kwaliteit steeds belangrijker, Rob dreigde zelfs mat op f8. Daarom moest Jan zijn toren op de achterste lijn houden en leek Rob er tenslotte te weinig garen bij te weten te spinnen en leek een remise het hoogst haalbare te worden. Er bleven tenslotte nog enkele pionnen over op de damevleugel, terwijl Jan verder alleen nog een toren en Rob, naast een toren. nog een loper over had. Nu echter kon Rob het afmaken omdat de toren van Jan een beetje verloren kwam te staan op a6, waar Rob hem op wist te sluiten met een pion op a5 en z'n loper op b6. Nu had Rob het eenvoudig af kunnen maken met het opruimen van Jan's laatste pionnen, dat verzuimde hij echter en ging met z'n toren rommelen. Dat kostte hem zelfs die kwaliteit en ging het uiteindelijk uitkomen op een pionneneindspel. Dat werd tenslotte beslist op afhouden van de koning (vroeger heette dat oppositie) en kwam er dus een grote verrassing tot stand.
Door de afwezigheid van enkele toppers moest Ben Blakmoor het opnemen tegen Jan van Dam. Ben wist het zijn opponent echter wel moeilijk te maken, hoewel zijn koningsvleugel toch wel enkele gaten vertoonde. Toch ging hij onvervaard met een toren in de aanval, wat Jan goed wist te pareren. De stelling van Ben ging meer gaten vertonen en hij vond dit tenslotte meer dan voldoende om op te geven. Op zich misschien wat vroeg, toch wel een logische oplossing.
Een interessant gevecht kwam er tussen Leo Stelloo en Peter Derrez, Leo wist, zoals vaak, een gevaarlijke aanval op te bouwen en Peter had hier zijn handen aan vol. Toch kon hij het gevaar af blijven wenden, hoewel naar zijn idee Leo wel iets beter stond. Misschien was dat wel zijn reden om remise aan te bieden, wat door Leo werd geaccepteerd.
Een kort gevecht werd het tussen Bonne Faber en Reinier van der Wende. Reinier wilde, voordat hij zijn koning middels de (korte) rochade in veiligheid zou brengen eerst z'n damevleugel wat gaan ontwikkelen. Hierdoor kreeg hij een open b-lijn met een toren op b8. Dat zou op termijn dus het voordeel op moeten gaan leveren. Maar hij had z'n loper op e7 staan, slechts gedekt door zijn koning. Na de korte rochade stond die loper dus ongedekt. Daarom had Bonne zijn zwartveldige loper naar a3 gespeeld en sloeg hij nu met z'n d-pion op e5. Op zich had Reinier nu zelfs iets beter kunnen komen te staan als hij met z'n paard van d7 zou hebben teruggeslagen. Maar hij sloeg à tempo met de d-pion terug, wat dus de loper kostte. Ook werd nu de toren op f8 aangevallen, die dus werd weggespeeld. Nu kon echter de loper naar d6 worden gespeeld, waarvandaan de dame en de tweede toren meteen werden aangevallen. De toren achterstand, die dan zou ontstaan vond Reinier te veel van het goede zodat hij gedesïllusioneerd opgaf.
Tussen Wim Noordermeer en Jan van Baardwijk ontspon zich een interessant gevecht. Uiteindelijk kwam Wim's koning in een gevaarlijke positie op de koningsvleugel. Daar had Jan hem misschien mat kunnen zetten met toren en loper door ruimte af te nemen middels het opspelen van de eigen koningsvleugelpionnen. Maar Jan ging liever voor de andere optie om Wim's loper van achter aan te vallen terwijl deze slechts werd gedekt door een toren. Dat kostte tenslotte de loper en Jan wist daarna het resterende toreneindspel (met een loper voorsprong) redelijk makkelijk te winnen.
Arie Bliek speelde weer zijn bekende voorzichtige spel tegen Wim van Schie. Maar Wim wist daar toch wel voordeel uit te halen, hoewel het nog heel lang duurde voor het resultaat bekend werd. Arie wist de koning van Wim namelijk nog een poosje onder druk te houden. Toch zat er uiteindelijk niet meer dan verlies voor hem in.
Een hele typische partij werd gespeeld door Frits van der Veeke en Ronald van Velzen. Typisch als het gaat om wie er nou beter staat. Dat wisselde namelijk nogal. Op een gegeven moment kreeg Frits een stuk voorsprong, daar kreeg Ronald echter wel vrijpionnen op de a-, b- en c-lijn voor terug. Op dat moment had Frits, naast enkele pionnen op de koningsvleugel, een loper en een paard en Ronald een toren. Die toren bezette wel de d-lijn, zodat de witte koning niet naar de damevleugel kon om die pionnen af te stoppen, terwijl de koning van Ronald mooi echter die vrijpionnen kon opereren. Maar Ronald trapte in een val, hij viel de (gedekte) loper van Frits aan met z'n toren, daarbij een schaakje met het paard overziend. Dat kostte Ronald de kwaliteit en nu kwam Frits eigenlijk gewonnen te staan. De prestatie echter om dit toch te verliezen was ook groot!
Als laatsten nu de beurt aan Dik Roeffel en Casper Verbeek. Dit werd een gevecht om de rode lantaarn in de competitie, een kleinood, dat beiden regelmatig in hun bezit hadden. Voor de partij had Dik hem onder z'n hoede, toen Casper echter zijn gebruikelijke fout maakte ging het er anders uitzien. Al ver in hun middenspel zette hij z'n dame op een verkeerd veld, zodat er de mogelijkheid van een familieschaakje in zat. Dat overzag Dik - gelukkig voor hem - niet en zodoende kon hij de rode lantaarn (weer) overdragen aan Casper.
Overigens, nog een huishoudelijke mededeling: de beide eerstvolgende donderdagavonden (27 april, koningsdag) en 4 mei (dodenherdenking) wordt er normaal geschaakt bij De Pionier. De begintijd (20.15 uur) kan wel wat soepeler worden gehanteerd, geef in dat geval wel even tevoren aan als je later wilt komen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten