zondag 24 april 2016

Ronde 30

Een ronde, waarin de eerste van de twee finalisten van de interne bekercompetitie bekend raakte. Het werd een spannende halve finale en ook de andere leden deden hun best er een spannende avond van te maken. Alleen Casper Verbeek niet, hij werd veroordeeld tot een avondje rondkijken.
Fred van Wieringen en Ernst-Jan Pluim Mentz waren inderdaad van plan er een spannende avond van te maken. Ze waren toch niet voor niets al tot de halve finale geraakt? Vooral voor Ernst-Jan was het een bekende belevenis, hij is immers al veel vaker bekerkampioen geweest en kent het klappen van die zweep dus als geen ander. Toch heeft hij wel enig ontzag voor Fred als speler, hij verloor immers al wel eens van hem. In de eerste partij werden er dus geen vreemde dingen gedaan, wat op zeker moment resulteerde in een stelling met aan beide kanten 2 paarden en 5 pionnen. Daarin werd remise geboden en ook aangenomen. Nu moest dus de tweede partij de beslissing brengen of er zouden nog een aantal snelschaakpartijen volgen. Maar zover kwam het niet, Ernst-Jan legde wat meer duimschroeven aan en Fred moest op z'n tenen lopen om niet direct in de golven te verdwijnen. Er ontstond sterke druk op zijn naar de damevleugel gevluchte koning en Fred raakte daarbij een stuk kwijt. Maar Ernst-Jan gaf dat weer terug om met zijn dame op de voorlaatste rij te komen en daar even later mat te geven. Nu mogen Willem-Jan Tanis en Jan van Huizen voor zichzelf beslissen wie hem in de finale tegen zal komen.
De belangrijkste partij voor de interne competitie was die tussen Bonne Faber en Jan van Dam, de nummers 3 en 2 van de ranglijst. Zou hier een verrassing in de lucht gaan hangen? Immers, de openingsfase ging niet helemaal vlekkeloos voor Jan, hij raakte positioneel het equivalent van de waarde van een pion achter. Maar Bonne stelde zich (te) defensief op en zijn voordeel verdween als sneeuw voor de zon. Een aantal zetten later kwam hij zelfs minder goed te staan. Zo op het oog was er een remiseachtige positie ontstaan en dus bood Bonne dat ook aan, er niet echt op rekenend overigens dat Jan het aanbod aan zou nemen. Jan dacht er zo'n 10 minuten over na en vond geen dwingende voortzetting. De remise daarom toch maar aangenomen.
Ben Blakmoor  mocht proberen Jan van Huizen opnieuw een punt af te snoepen. Immers, Jan had zijn laatste drie partijen verloren en was daarom afgezakt naar plek 6 op de ranglijst. Ben hield zijn stelling een beetje gedrongen en Jan had wat meer ruimte. Maar dat is op zich natuurlijk onvoldoende om een beslissing te forceren en daarom bood Ben op zeker moment remise. Maar Jan had blijkbaar geen zin om de hele verdere avond alleen maar de stellingen van de andere spelers te bewonderen en wilde dus nog even doorspelen. Daar kreeg Ben wat later grote spijt van. Hij had zijn dame op de lange zwarte diagonaal geplaatst, waar ook Jan's koningsloper zich bevond. Op zich hoeft zoiets geen ramp te zijn, als je dan een aftrekschaakje over het hoofd ziet dan wordt het dat wel! Natuurlijk speelde Ben met een dame tegen een paard minder niet verder.
Eigenlijk was de partij tussen Leo Stelloo en Alex van Wieringen in hogere zin snel afgelopen. Leo raakte vrij snel een stuk kwijt en wat later nog eentje. Maar Leo is er de man niet naar om dan meteen op te geven, je weet immers maar nooit welke fout je tegenstander nog kan maken. Als je opgeeft is de partij immers meteen voorbij. Maar Alex wist deze klus toch zonder al te veel verdere problemen te klaren, Leo achterlatend met het minder prettige gevoel weer een partij verloren te hebben.
Tussen Sheila de Jonge en Wim Albus leek het de verkeerde kant op te gaan voor Sheila. Ze raakte een pionnetje kwijt en ook kwam Wim voorzichtig opzetten. Maar daarmee hoeft een partij nog lang niet voorbij te zijn want Wim wist zijn voordeel toch niet groter te maken. Hij moest op gaan letten dat Sheila de leiding in de partij niet overnam. Maar dat deed ze wat later wel, ze kwam met haar dame Wim's stelling binnengedrongen en die dame zaaide daar nog al het één en ander. Zoveel zelfs dat Wim op moest geven.
De andere Wim, Noordermeer dus, wilde wel eens zien, wat Martijn van Dam nou werkelijk waard was en Wim zette een dreigende aanval op. Daar leek Martijn nogal wat moeite mee te hebben, hij gebruikte veel bedenktijd en ook de positie van z'n koning hield te wensen over. Wim vond het wel leuk, zo jacht maken op een punt. Martijn ietsje minder, hij kreeg er namelijk flink van langs. Zoals uiteindelijk ook wel te verwachten viel kostte dit hem een punt. Waar zijn toch die tijden gebleven, dat hij zich wist te handhaven in de top-5! Maar kampioen worden van (schaduw)groep 3 is en blijft zijn doel.
Een hele typische partij, zeker wat de manier, waarop het resultaat tot stand kwam, was die tussen Frits van der Veeke en Jan van Baardwijk. Wat de gekende krachtsverschillen binnen de vereniging betreffen zou het Jan niet al te veel moeite mogen kosten dit punt binnen te halen. Maar Frits liet zien dat een staaltje Haagsche bluf ook best wel effect kan hebben! Hij kwam opstomen en Jan ging heel veel bedenktijd gebruiken. Tenslotte ontstond er een stelling, waarin Jan, in het volgende eindspel, de betere papieren had. Maar hierin werden, in tijdnood, vooral voor Jan, de nodige fouten gemaakt. Jan gaf bijv. zomaar een stuk weg, wat niet door Frits werd gezien en later had Frits misschien wel een remise veilig kunnen stellen als hij de pion, die zomaar te grabbel stond, ook had geslagen. Maar het leek Frits verstandiger z'n paard aan de rand achter te laten, waar het edele dier maar weinig velden en toekomst had. Dat paard verdween dus ook van het bord en één van Jan's vrijpionnen kon naar z'n promotieveld opstomen. Maar Frits gaf eerder op.
De grootste concurrent van Martijn van Dam voor die kampioenstitel is Tim Albus. Door het verlies van Martijn zou hij nu een goede kans krijgen dichtbij te komen. Hij speelde tegen Peter Derrez, voor hem eigenlijk een te moeilijke klip om te omzeilen. Dat bleek ook wel in de partij want Peter werden maar weinig problemen voorgeschoteld en al snel had hij het punt te pakken.
Datzelfde gold eigenlijk ook voor Frits Wilschut in zijn partij tegen Ger Croonenberg. Maar Ger heeft, volgens eigen zeggen, nog een aantal opstartproblemen, hij speelde een hele tijd niet meer. Punt dus voor Frits.
Een punt raakte Johan Müllenberg echter kwijt en wel aan Ronald van Velzen. Je zou een beetje kunnen stellen dat Ronald rustig op een fout(je) van Johan ging zitten wachten. Dat fout(je) kwam ook en Ronald sloeg onverbiddelijk toe.

De nieuwe stand, na ronde 30, is hier te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten