zondag 15 februari 2015

De Pionier 1-CSV 2 en ronde 21

Zou de eerste wedstrijd in de nieuwe locatie geluk brengen aan de vereniging? Het werd de tweede ontmoeting tussen beide verenigingen binnen een week, waarbij het tweede team in Capelle dat geluk eigenlijk wel had gehad. De niet voor het eerste team uitkomende leden speelden hun interne partij.
Helaas moest het team starten met een invaller, Ben Blakmoor had aangegeven problemen te hebben met zijn gezondheid en daarom viel Bonne Faber voor hem in en maakte zodoende beide wedstrijden van heel dichtbij mee.
Bonne nam dan ook letterlijk de plek van Ben in, aan bord 6. Hij werd ook nog eens de eerste, die een resultaat aan wist te laten tekenen. In eerste instantie was hij, vooral gezien het partijverloop, tevreden met een remise, vooral, toen de dames werden geruild. Dit bleek eigenlijk de rollen om te draaien want Bonne kwam hierna wat slechter te staan. Maar dat kwam weer goed voor Bonne toen de Capellenaar probeerde een doorbraak te forceren op de damevleugel. Hier schoot hij een pion bij in en had daarna eigenlijk alleen nog mogelijkheden op de koningsvleugel, waar Bonne nog wel op zijn tellen moest blijven passen. Maar alles ging goed voor hem en het eindspel van sterk paard met pionnen tegen zwakke loper met pionnen was verder redelijk makkelijk voor hem te winnen.
Het werd echter al snel gelijk want aan bord 8 moest Alex van Wieringen even later zijn tegenstander feliciteren, hoewel Alex wel mogelijkheden had gekregen. In de opening had hij weliswaar een pion gewonnen, dat voordeeltje wist hij toch niet over de streep te brengen, vooral ook omdat hij op een gegeven moment 2 stukken kwijtraakte en daar "slechts" een toren voor terugkreeg.
Ook deze 1-1 stand bleef niet lang bestaan, aan bord 5 wist Ad van der Ree zijn verkregen voordeel mooi uit te bouwen. Vooral op de damevleugel kreeg hij mogelijkheden met z'n a-pion. Met een toren drong hij daar binnen en bevrijdde die pion van opponenten. Er bleek voor z'n witte tegenstander geen mogelijkheid die pion af te stoppen en daarom gaf deze dan ook op.
Weer wat later werd deze stand verandert door Fred van Wieringen aan bord 7. Fred had het de hele avond moeilijk met z'n stelling en leek, vooral gezien zijn tijdgebruik, op verlies af te stevenen. Maar hij greep de gelegenheid met beide handen aan om de stelling enigszins te vereenvoudigen tot een dubbel toreneindspel, waarin hij een pionnetje minder had. Maar bij goed spel ie een dergelijke stelling nog wel eens te houden en dat lukte ook Fred. Hij kwam tenslotte met de schrik en een remise vrij!
Hetzelfde verhaal kan een beetje losgelaten worden op Jan van Huizen aan bord 3. Ook Jan had eigenlijk zeeën van tijd nodig om de stelling te bereiken die er bijna aan het einde van zijn partij op het bord kwam. Ook die stelling leek moeilijk houdbaar, vooral omdat de klok van Jan angstig dicht bij het punt kwam dat hij nog 1 minuut over had, terwijl zijn tegenstander nog relatief ruim in zijn minuten zat. Toch kwamen ze even later remise overeen.
Op dat moment alles bekijkend zag het er goed uit voor de Pioniers en leek de meest logische uitslag 5-3 te worden. Maar kijk wat er tussen CSV 3 en De Pionier 2 was gebeurd; deze wedstrijd leek door dezelfde scenarioschrijver geschreven te zijn, alleen omgekeerd evenredig!
Eerst ging het fout bij Rik Verheij aan bord 4. In tegenstelling tot (bijv.) zijn buurman zat Rik veel ruimer in zijn tijd en had hij ook een prettige stelling op weten te bouwen. Maar zijn koning werd wel in zijn hoekje gedreven en daar een beetje klem gezet. Maar niet alleen de tijd is van belang bij een schaakpartij, ook zitvlees en lichamelijke gesteldheid. Zo sloeg de vermoeidheid toe bij Rik en hij wist de betere zetten niet meer te vinden. Het verschil in tijd werd steeds kleiner en de stelling meer in het voordeel van de Capellenaar, totdat Rik er uiteindelijk het bijltje bij neer moest leggen en dus opgaf.
Hiermee was de stand dus gelijkgetrokken, voor het Pionierteam moest het ergste nog komen want bij Ernst-Jan Pluim Mentz aan bord 1 gebeurde een beetje hetzelfde als hierboven beschreven bij Rik. Alleen was vermoeidheid niet zozeer in het spel. Ernst-Jan had één van de lager gerate spelers tegenover zich gekregen, een tactische opstelling dus. Dan ga je er van uit, dat deze speler redelijk snel opgebracht gaat worden, niets was echter minder waar! Sterker nog, hij wist de rollen als het ware om te draaien, offerde in het begin een pion en hield keurig stand, alhoewel zijn klok een beetje het tegendeel beweerde. Een cruciaal moment leek aangebroken toen Ernst-Jan voor de keus werd gesteld waar met zijn koning naar toe te gaan na een schaakje. De damevleugel leek daarbij de beste keus, Ernst-Jan koos echter (vrij snel) voor de koningsvleugel. Die beslissing zal al wel genomen zijn bij een eerdere zet overigens. Maar Ernst-Jan had nog steeds het voordeel van de tijd, dat bleek helaas echter onvoldoende want niet de tevoren verwachte speler werd opgebracht maar de Pionierkampioen en plotseling zag het er dus slecht uit voor het Pionierteam.
Nu kwam dus de druk helemaal op de schouders van teamleider Jan van Dam te rusten. Beide spelers leken aardig aan elkaar gewaagd en de kansen op een remise leken per zet te groeien. Het werd echter niet aangeboden, hoewel Jan's tegenstander daar op zeker moment wel voor leek te voelen. Maar in plaats daarvan maakte hij de stelling moeilijker voor Jan, die daar niet meer uit wist te komen. Daardoor kwam het eerder geschetste scenario steeds duidelijker in beeld en inderdaad, Jan werd gedwongen op te geven en verlies was een feit voor het team.
Het wedstrijdformulier, dat wedstrijdleider Leo Stelloo klaarmaakte, zag er als volgt uit:
De Pionier 1 1780 - CSV 2 1695 3-5
1 Ernst-Jan Pluim Mentz 2144 - Walter Vermeer 0-1
2 Jan van Dam 1800 - Arjan Terlouw 1826 0-1
3 Jan van Huizen 1817 - Mark van Liempt 1706 ½-½
4 Rik Verheij 1739 - Rob van de Bosse 1664 0-1
5 Ad van der Ree 1770 - Harry Stroosma 1745 1-0
6 Bonne Faber 1626 - Rob Docter 1650 1-0
7 Fred van Wieringen 1747 - Hans Blokland 1657 ½-½
8 Alex van Wieringen 1596 - Thomas Herrewijn 1617 0-1
Deze eerste wedstrijd was ook een mooi meetmoment voor de mogelijkheden van de nieuwe locatie. Hoewel De Pionier geen grote club (meer) is zouden er toch nog wel ruim 5 extra borden bijgezet moeten kunnen worden. Inderdaad kwamen die 5 borden nog in het spel en daarvoor was er voldoende plaats. Voor een volgende gelegenheid zou een nog grotere opkomst een nieuw meetmoment kunnen worden dus.
Voor die interne competitie kreeg Michiel Landman te maken met Wim Albus en de partij ging daarbij redelijk gelijk op. Maar op een gegeven moment verdween er zo eens een pionnetje meer uit de gelederen van Wim, die zich tenslotte die weelde niet meer kon veroorloven en zodoende op moest geven. Daar dachten Jan van Baardwijk en Peter Derrez toen nog lang niet aan, ze bestookten elkaar op dat moment nog met vervelende zetjes. In de loop van de partij, waarbij de klok in het nadeel van Jan werkte, wist Peter enkele pionnen behoorlijk richting de achterlijn op te schuiven. Daar reageerde Jan niet adequaat op en de winst leek binnen voor Peter. Maar ook Peter zag de beste oplossing niet en een remise kwam weer in beeld. Toen echter maakte Jan de laatste fout van de partij en - zoals dan bekend - hij verloor.
Rob van Wijgerden en Ronald van Velzen bestookten elkaar ook, Rob deed dat echter net iets beter dan Ronald. Toch werd Ronald niet, ondanks het feit, dat hij tenslotte verloor, weggespeeld. Tegen Casper Verbeek werd ook Trudy Angeneind dat niet, toch moest ook zij tenslotte erkennen een meerdere qua schaakcapaciteiten gevonden te hebben in Casper. De laatste partij tenslotte was die tussen Frits Wilschut en Arie Bliek. Ook zij speelden op hun niveau een aantrekkelijke partij, die Frits tenslotte verloor.

Hierdoor is dit de nieuwe stand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten